Zoeken in deze blog

donderdag 13 december 2012

Beletselteken



Als PR-bureau houden wij de veranderingen en trends op het gebied van de Nederlandse taal en tekst altijd nauwlettend in de gaten. Een trend die we de laatste tijd zagen oprijzen is het gebruik van puntjes achter een zin of in sommige gevallen middenin een zin. Door dit veelvuldige puntjepuntjepuntje-gebruik vroegen wij ons af: hoe heet dit nu eigenlijk en op welke manier zet je het op de juiste manier in. Na enig speurwerk bleek dat dit leesteken, bestaande uit drie puntjes, ook wel het beletselteken wordt genoemd. Een meer algemenere en wellicht bekendere naam, is doorlooppuntjes. Het beletselteken bestaat uit een reeks van drie punten en kan op vijf verschillende manieren worden gebruikt.

-          Het omschrijven van een gedachtegang die niet helemaal wordt afgemaakt en waarbij van de lezer wordt verwacht dit zelf aan te kunnen vullen. Voorbeeld: Wat ze me toen vertelde…
-          Ook wordt het leesteken gebruikt om een plotselinge onderbreking of een lange pauze weer te geven. Op die manier kan het beletselteken spanning suggereren. Voorbeeld: Jakob schiet de bal naar Gerline… Gerline haalt uit en…. zij schiet naast de goal!
-          Het leesteken vervangt in sommige opsommingen het woord enzovoort of de afkorting enz. aan het eind van een onvolledige opsomming. Voorbeeld: Corrie legt dit jaar met kerst op de gourmet: gehaktballetjes, biefstuk, zalm, varkenshaas…..
-          Om aan te geven dat een deel van een woord is weggelaten. Voorbeeld: Pas op voor die drem…
-          Ook kan het beletselteken worden gebruikt in een citaat waarin het aangeeft dat een stuk tekst is weggelaten. In dit geval staat het leesteken tussen ronde of vierkante haakjes. Voorbeeld: 'Hier is mijn dienaar, hem zal ik steunen, hij is mijn uitverkorene, in hem vind ik vreugde (…). Hij schreeuwt niet, hij verheft zijn stem niet (…). Het recht zal hij zuiver doen kennen.' (Jesaja, 42, 1-3)

De puntjes kunnen dus op verschillende momenten worden ingezet en dan is het natuurlijk ook zeker niet onbelangrijk om de schrijfwijze van het beletselteken goed onder de knie te hebben. Taaladvies adviseert hierover het volgende: ‘Voor en achter een beletselteken komt doorgaans een spatie. Als evenwel een woord wordt afgebroken, komt er geen spatie voor het beletselteken. Tenzij het beletselteken tussen haakjes staat, komt er aan het einde van een zin geen punt achter het beletselteken. Het derde puntje vormt dan de zinsafsluiting. Als de zin op een vraagteken of uitroepteken eindigt, komt dat leesteken meteen achter het derde puntje.’

De term beletselteken en de schrijfwijze ervan is ons nu in ieder geval helemaal duidelijk. Natuurlijk blijven wij de veranderingen en trends op het gebied van de Nederlandse taal en tekst in de gaten houden, dus wordt ongetwijfeld vervolgd…


Influx PR in jury DCM Awards


Begin volgend jaar is het weer zover: de tweede editie van de DCM Awards. Er is al weer een groot aantal organisaties dat zich in het strijdgewoel begeeft voor de Document- en Content Management Awards. Zij doen een gooi naar de prijzen in de vier categorieën: Capturing & Intelligent Recognition, Access & Security, Case Management & Zaakgericht Werken en Document Output & Composition. Het belooft een spannende strijd te worden… Alle genomineerden worden beoordeeld door een vakkundige jury en ook zullen alle bezoekers van DocumentWereld hun stem kunnen uitbrengen op de site. De juryleden zijn afkomstig uit de wereld van Enterprise Content Management, PR, consultancy, brancheorganisaties en staan onder voorzitterschap van John de Waard van TAPAS, Tekstschrijven als Passie. Ook wij van Influx PR zijn vertegenwoordigd binnen deze jury, want Jakob Brons mag als PR-jurylid voor het tweede jaar op rij zijn entree maken. De bekendmaking van de winnaars vindt plaats op 31 januari 2013 in Hotel & Congrescentrum Zuiderduin in Egmond aan Zee (NH). Op de hoogte blijven van de ontwikkelingen rondom deze awards? Houd de website van DocumentWereld in de gaten. Hier kunt u ook vanaf begin 2013 stemmen op de kandidaten. 

John de Waard tijdens de DCM Awards 2011
 

vrijdag 2 november 2012

CoffeePitch Apeldoorn en INFLUX PR-/Pers-Advies Bureau


In oktober bezochten wij (Influx PR) voor het eerst de CoffeePitch Apeldoorn. Een leuke en inspirerende bijeenkomst om de hoek. Hadden we natuurlijk veel eerder moeten doen, maar als je al meer dan 23 jaar vooral (inter)nationaal werkt, wil je lokaal nog wel eens vergeten…

Even voorstellen dus! Op het gebied van PR- en perscatering zijn we een ervaren en pragmatisch PR-adviesbureau. Gespecialiseerd in persrelaties, social media, webcontent, (brochure)teksten, contentmarketing en meer!

Wilt u ook wel eens een persbericht versturen, maar weet u net niet helemaal precies hoe en naar wie? Influx PR heeft voor u een interessante propositie. Wij versturen uw persbericht via het juiste kanaal, naar de juiste doelgroep. Ook nog voor een prettige prijsstelling! En altijd na een professionele check zodat vorm en inhoud aan de belangrijkste PR-eisen voldoen.

Perscatering
Een goed persbericht opstellen en versturen via Influx PR is bijna zoiets als uit eten gaan; zien eten, doet eten – proeven met elkaar en smullen maar!
Het begint altijd met de basis. Klein, simpel en direct.
  • Makkelijk en eenvoudig hapje (1) om eens uit te proberen – kost weinig;
  • Samengesteld hapje met een drankje (2) – iets duurder, toch aantrekkelijk geprijsd;
  • Menu (3) – weer iets meer, maar toch nog voordelig.

1.      aangeleverd persbericht* versturen naar geselecteerde perslijst – geen uitgebreide rapportage;
2.      aangeleverd persbericht* versturen naar geselecteerde perslijst – basisrapportage en webclippings;
3.      aangeleverde basisinformatie* voor persbericht, redigeren, afstemmen en versturen naar geselecteerde perslijst – rapportage en clippings (web en print).
*Influx voert redactieslag uit op vorm en inhoud

Voor degenen die één van onze hapjes eens willen uitproberen: gewoon doen. En daarna kunt u op onze kosten met twee personen een uitgebreid origineel Mezze-menu proberen in een uitstekend Turks restaurant in Apeldoorn!

donderdag 25 oktober 2012

Waarom Influx PR eigenlijk Influx PR heet

Als je een bedrijf start, is een bedrijfsnaam nodig. Dus ook voor dit PR-bureau dat in 1989 werd opgericht. Spontane invallen en bedenksels bleken vaak al te zijn gebruikt of een rare associatie op te roepen. Dus simpelweg zoeken in het woordenboek onder de ‘I’ van informatie en dat leverde op:
in·flux  -  /InflYks/ 
de (m.); -en
Eng. of direct
met als betekenis:
toevloed
maar ook
toestroming
ofwel..
influx the ~
drukte (de ~ (v)), gedrang (het ~), toeloop (de ~ (m)), toevloed (de ~ (m)), hoogwater (het ~), het toestromen (znw.), het toevloeien (znw.), toestroom (znw.).

De toestroom en het toevloeien van informatie van organisaties naar hun doelgroepen en klanten was, is en blijft belangrijk. Voorlichting en informatieoverdracht is een wezenlijk onderdeel van de MarCom-activiteiten. En omdat je als PR- en Persbureau dus de doelstelling hebt je klanten zoveel mogelijk onder de aandacht van hun doelgroepen te brengen is voor INFLUX PR-/Pers-Advies Bureau gekozen.
Toevloed / toestroom – Influx PR ondersteunt!

woensdag 17 oktober 2012

Kantoorcommunicatie



‘Persadressen staan nu in werkmap Influx’ zo luidde de onderwerpregel van het laatste mailtje dat Jakob aan de dames van Influx stuurde. Verder was het mailtje leeg. Een eenvoudige eendimensionale boodschap waar niemand eigenlijk raar van opkijkt. Het informele sms’en, chatten en e-mailen wint aan invloed op de werkvloer. Een overleg via skype, een afspraak maken via de ping of een direct message via Twitter. Het is niets nieuws meer. Het is echter niet alleen het medium, maar ook de boodschap die verandert.

Petra Boers, trainer schriftelijke communicatie geeft aan dat communicatie op de werkvloer sneller is geworden en dat daarbij in de loop der tijd wat basisregels zijn veranderd. ‘Action first’, zo vat Boers het samen. De brieven en mails worden tegenwoordig in een piramidevorm geschreven. De kern staat in de top en de toelichting is alleen voor de liefhebber. Ook wordt de kernboodschap, net zoals Jakob deed, steeds vaker in de onderwerpregel genoemd. Dit wordt mede veroorzaakt door het toenemende gebruik van smartphones: de ontvanger kijkt snel even op zijn telefoon en weet meteen of hij iets moet doen of niet

Deze smartphone stimuleert ook het gebruik van het versturen van zakelijke e-mails en het gebruik van andere (sociale) communicatiekanalen. Frank Jansen, docent communicatiekunde aan de Universiteit Utrecht: “E-mail, sms, Twitter en andere vormen van digitaal contact hebben als voordeel dat het snelle media zijn. En het sterke van dit tekstuele contact is dat je feiten zoals tabellen, nauwkeurige cijfers achter de komma, goed kunt overbrengen. Veel beter dan bij een mondelinge briefing.” Het snelle en korte contact heeft echter ook zwakke punten, want ironie en grapjes zijn soms moeilijk te lezen. De e-mail wordt niet meer gelezen, maar gecheckt waardoor ook sneller misscommunicaties en irritaties kunnen ontstaan.

Een ander fenomeen van deze nieuwe en snelle manier van communiceren is het gebruik van je en jij. Bij het mailen en smsen hoort nu eenmaal een opvallend informele sfeer, stelt Paul Verburgt, auteur van onder andere Bazenbargoens (2010). “Het woord ‘u’ is op de werkvloer vrijwel afgeschaft. Het is het kenmerk van totale informalisering.” Verburgt geeft aan dat dit voordelen heeft, want het bevordert de goede sfeer op de werkvloer, maar het wordt ook lastig om iemand tijdens bijvoorbeeld een functioneringsgesprek de waarheid te vertellen als de sfeer zo familiair is.

Ondanks dat formalisering in de kantoorwereld een feit is, blijkt uit de praktijk toch dat mensen het lastig vinden een gulden middenweg te vinden tussen de oude, formele stijl en de nieuwe informele stijl. Jansen raadt daarom aan om ‘voorzichtig en respectvol’ te zijn in communicatie. “Je moet je altijd afvragen of de boodschap die je verstuurt wel zinvol is. En niet te snel iets mailen. Misschien kun je het zelf oplossen.”

Bron: Intermediair 

Future Forward in zee met Influx



Stel, je bent een weekendje weg in Maastricht en wil weten waar je een leuk restaurantje kunt vinden, met welke boot je een leuk tripje over de Maas kunt maken of waar en wanneer je het beste de grotten kunt bezoeken. Wat doe je dan? Je loopt op straat en kijkt om je heen op zoek naar het dichtstbijzijnde VVV-kantoor. Probleem is echter dat deze als gevolg van de bezuinigingen steeds meer uit het straatbeeld verdwijnen (zie artikel in de Volkskrant).
Dat is de reden dat VVV-kantoren op zoek zijn naar een manier om hun dienstverlening aan te passen aan de huidige tijd en omstandigheden. Influx werkt tegenwoordig voor Future Forward. Een bureau voor interactieve communicatie in (nieuwe) media dat heeft nagedacht over het toekomstperspectief van VVV-kantoren en daarom CityDotz introduceerde. CityDotz is een interactief touchscreen in de vorm van een grote tablet dat bijvoorbeeld in een VVV-kantoor zelf, in de lobby van een hotel of in een winkelpassage wordt opgehangen. Op dit scherm zijn verschillende bullets (Dotz) overzichtelijk weergegeven en na het aanraken van een Dot krijgt de bezoeker onmiddellijk informatie uit de directe omgeving (location based content). Ook is het mogelijk om via deze CityDotz contact op te nemen met een VVV-kantoor om persoonlijke vragen te stellen. De VVV in Hellevoetssluis heeft als eerste een CityDotz in gebruik genomen en ook andere kantoren en bedrijven hebben al interesse getoond om hun bezoekers op een moderne, snelle en digitale wijze van interessante informatie uit de omgeving te voorzien. Lees hier meer over onze klant Future Forward en hoe VVV’s hun dienstverlening uitbreiden.

dinsdag 16 oktober 2012

Powerpoint vs. Prezi


Presentatietool Prezi wordt ook wel de PowerPoint-killer genoemd. Maar eerlijk gezegd komen wij ‘m weinig tegen in onze omgeving. Dus: to kill or to be killed? Wij doken eens wat dieper in op de verschillen tussen beide applicaties.

Lineair vs. derde dimensie
In PowerPoint werk je met slides, die je één voor één laat zien. Prezi voegt daar een extra dimensie aan toe. Een Prezi-presentatie kun je zien als een groot vel papier zonder randen waar je met een camera overheen zweeft. Met de mogelijkheid om in te zoomen, kun je bijvoorbeeld eenvoudig hoofd- van bijzaken onderscheiden, of van groot (een spreadsheet) naar heel klein (de financiële cijfers) gaan. De details worden pas zichtbaar als die specifieke informatie aan de beurt is.
De PowerPoint-presentator denkt dus van voor naar achter, de maker van een Prezi denkt vanuit één centraal punt. Internetdeskundige Hedwyg van Groenendaal geeft aan dat we mindmapping kunnen zien als de achtergrond van Prezi. Met een mindmap kunnen mensen makkelijker dingen onthouden, op briljante ideeën komen en anderen overtuigen. En dat maakt Prezi ook heel geschikt voor brainstormsessies.
Met PowerPoint kun je niet of nauwelijks afwijken van de volgorde van je verhaal. En ook aan het eind een overzicht geven van wat je verteld hebt, kan lastig zijn in één slide.

Tekst vs. beeld
Youtube-filmpjes, Flash-animaties. Wil je je verhaal vertellen aan de hand van beelden, dan is PowerPoint geen logische keuze. De slides zijn perfect voor informatieoverdracht die grotendeels uit tekst bestaat – zeker als je veel opsommingen gebruikt.
De kracht van Prezi is juist dat je je verhaal visueel kunt ondersteunen. Een Prezi vereist wel meer creativiteit van de maker. Sommige wetenschappers wijten dat aan de software zelf. PowerPoint geeft namelijk meer richtlijnen bij het creëren van een presentatie: ‘Voeg een titel toe’ of een tekstveld is al gevuld met bulletpoints. Ongeoefende sprekers kiezen hierdoor misschien eerder voor woorden om hun boodschap over te brengen.

Offline vs. online
Een PowerPoint-document maak je op je eigen computer. Je moet dus altijd je laptop of een USB-stick meenemen naar de presentatielocatie. Een Prezi maak je online en kun je dan ook vanaf iedere plek benaderen. Dat geeft je collega’s de mogelijkheid de presentatie vooraf in te zien en te bewerken. Het betekent ook dat je het bestand op je tablet kunt laten zien, bijvoorbeeld tijdens een gesprek met een klant. Mocht je ter plekke geen internetverbinding hebben, dan download je de presentatie gewoon en sla je ‘m alsnog op een USB-stick op.
Sommige sprekers geven hun presentatie aan hun publiek mee op papier. Handig om aantekeningen op te maken! Bij Prezi wordt dat lastiger, want deze tool biedt geen mogelijkheid om hand-outs te printen. Wel kun je je publiek natuurlijk de URL naar je Prezi geven, zodat ze ‘m nog eens kunnen bekijken.

Dus is Prezi nu de killer van PowerPoint of is het andersom? Dat hangt af van het doel van je presentatie. Onthoud altijd dat de tool – of dat nou good old PowerPoint is of nieuwkomer Prezi – slechts een middel is. Een presentatie staat of valt met de vaardigheden van de spreker. Uiteindelijk is hij degene die zijn publiek moet weten te boeien.


maandag 23 juli 2012

Hoe koffie je kan helpen beter te redigeren


Het einde van de werkdag nadert en je hebt je collega beloofd vandaag nog zijn tekst te redigeren. Maar je hebt een aantal lange vergaderingen achter de rug en bent dus niet helemaal meer op je scherpst. Herkenbaar? Neem dan een kop koffie! Amerikaanse wetenschappers toonden namelijk aan dat je na een dosis cafeïne beter in staat bent fouten in een tekst te spotten.

De onderzoekers stelden twee groepen studenten samen. De eerste groep dronk normaal gesproken weinig koffie op een dag, terwijl de tweede groep stevige koffiedrinkers bevatte. Alle deelnemers kregen willekeurig een bepaalde hoeveelheid cafeïne toegediend: 0, 100 milligram (zoals in ruim 225 milliliter koffie), 200 mg (in zo’n 475 milliliter) of 400 mg (in bijna 600 milliliter). Driekwartier later moesten ze een nieuwsbericht lezen en binnen vijf minuten zoveel mogelijk fouten in spelling en grammatica vinden. Wat bleek? Cafeïne had inderdaad invloed op het vermogen om fouten op te sporen. In groep 1 scoorden de deelnemers die 200 milligram cafeïne achter de kiezen hadden het best. In de groep met de koffiejunkies werden de beste resultaten gevonden bij de studenten die een capsule met 400 milligram hadden gekregen. De conclusie van de wetenschappers luidde dan ook dat mensen die dagelijks toch al veel koffie drinken een hogere dosis nodig hebben om te profiteren van de effecten van cafeïne dan personen die af en toe een kopje drinken.

Overigens werd er alleen een effect gevonden voor taalfouten die de onderzoekers ‘complex global errors’ noemden, zoals wanneer onderwerp en persoonsvorm niet matchen (“Billionaire inventor Tony Stark enjoy a lavish lifestyle”). Voor het opsporen van spelfouten heb je dus, zo aan het eind van de dag, waarschijnlijk meer aan het gebruik van de spellingchecker in je tekstverwerkingsprogramma. ;-)

Bij Influx weten we iedere dag de weg naar het koffiezetapparaat goed te vinden. Scherp als wij zijn, kunnen we dus ook uw teksten nauwkeurig redigeren!



dinsdag 12 juni 2012

Het nieuwe jasje van Bitly


Wie de URL-verkorter Bitly regelmatig gebruikt, was het ongetwijfeld niet ontgaan: de site heeft een make-over ondergaan. Dat dat niet helemaal was wat de gebruikers ervan verwacht hadden, bewijst de stroom van negatieve reacties op alle veranderingen. Toch zegt Bitly achter zijn keuze te blijven staan. Tijd dus om de belangrijkste (nieuwe) mogelijkheden onder de loep te nemen!

Statistieken
Bijhouden hoe vaak je verkorte link is aangeklikt, kon al. En gelukkig heeft Bitly zijn grootste pluspunt ten opzichte van andere URL-verkorters bewaard. Voor de minder intensieve gebruikers van Bitly brengen we deze functie graag nog even onder de aandacht. Onder het kopje ‘stats’ vind je alle links die je ooit met bit.ly verkort hebt. Elke link laat waardevolle informatie zien: hoe vaak hij is aangeklikt en wanneer precies, waar mensen op de link klikten (bijvoorbeeld op Twitter of in een e-mail) en in welke landen. 


Bitmarks
Bitly noemt links ‘bitmarks’, naar het bekende ‘bookmarks’. Je kunt je links opslaan, zodat je later al je URLS’s gemakkelijk kunt terugzoeken. Zo bouw je je eigen persoonlijke archief op. Ook kun je je bitmark met één druk op de knop delen via Facebook, Twitter en e-mail. Verder biedt Bitly de mogelijkheid om – net als voorheen – bitmarks te bundelen, bijvoorbeeld per onderwerp of (zoals in ons geval) per klant.

Netwerksite
Met het volledig nieuwe onderdeel ‘Your network’ lijkt Bitly de weg van sociale netwerksites te zijn ingeslagen. Onder dit tabblad vind je alle links die jouw Facebook-  en Twitter-contacten toevoegden, maar daarvoor moeten zij hun bitmarks wel als ‘public’ gemarkeerd hebben. En ook hier vind je voor iedere link statistiek- en deelopties én een mute-knop, die je kunt gebruiken als je de links van bepaalde personen niet meer wil zien.

Conclusie? Wij moeten nog even wennen aan het nieuwe jasje van Bitly. En of we veel gebruik zullen maken van de netwerkopties is nog maar de vraag. Liever hadden we gezien dat Bitly het statistiekenonderdeel had uitgebreid, bijvoorbeeld met mogelijkheden om gegevens te exporteren naar Excel. We blijven de ontwikkelingen bij Bitly volgen!

woensdag 16 mei 2012

Verengelsing


“Er komen steeds meer Engelse termen in de Nederlandse taal!” Anno 2012 is dit een veelgehoorde klacht. Irritatie alom! Er is zelfs een stichting in het leven geroepen die die ‘verengelsing’ tegen moet gaan. Als we de aanhangers van deze stichting moeten geloven, is het einde van het Nederlands nabij. Maar dat blijkt wel mee te vallen. Taalkundige Nicoline van der Seijs telde in 1994 al eens het aantal Engelse woorden in een gemiddeld nieuwsbericht in NRC Handelsblad. Onlangs deed zij dat opnieuw. De conclusie? Het aantal Engelse leenwoorden nam iets toe, maar het ging dan vooral om laagfrequente woorden die vaak ook snel weer uit de taal verdwenen, zoals occupyen of battelen. Wat betreft de woorden die wel blijven, adviseren sommigen het Nederlandse alternatief te gebruiken. Denk dan bijvoorbeeld aan vergadering voor meeting.

Maar in de markt waarin onze klanten voornamelijk actief zijn – de IT-sector – ligt dat anders. Documentmanagementsysteem, businessconsultant, opensourcesoftware, e-mailserver: het zijn zomaar wat voorbeelden van woorden die veel voorkomen. Engelse termen, die bij IT-professionals zo ingeburgerd zijn dat er geen Nederlands equivalent voor (nodig) is. Daarom houden wij in persberichten en andere teksten die we voor klanten schrijven, gewoon het Engelse woord aan. De ‘klachten’ gaan in deze branche dan ook niet over het gebruik van Engelse woorden. Soms wél over de schrijfwijze ervan.
Die kunnen we namelijk niet zonder meer één op één overnemen in onze eigen taal. Een voorbeeld: in het Engels worden samenstellingen los geschreven, terwijl de regel in het Nederlands zegt dat zulke woorden altijd aan elkaar geplakt moeten worden.
Influx houdt het liefst de adviezen van Onze Taal aan. Die geven aan dat we Engelse woorden altijd volgens de Nederlandse regels horen te gebruiken en te vervoegen. Voor samenstellingen geldt dus: aan elkaar schrijven – of het woord nu een Nederlands deel bevat of niet. Een streepje ertussen zetten mag wel, als het woord daarmee beter leesbaar wordt – zoals in applicationmanagement-engineer. Een streepje móet zelfs, als er na de samenstelling klinkerbotsing ontstaat. Dat is het geval wanneer twee klinkers die meestal als tweeklank voorkomen naast elkaar staan, terwijl ze in het betreffende woord bij verschillende lettergrepen horen – zoals in software-implementatie.
Ook werkwoorden vervoegen we volgens de Nederlandse regels. En toegegeven: daar komen soms rare of zelfs lelijke vormen uit, zoals: “Hij upgradede zijn software.” of “Dat bedrijf heeft zijn systeem geüpdatet.”. Maar bedenk dan: spelfouten in je zorgvuldig geschreven tekst – die zijn pas echt irritant.

vrijdag 20 april 2012

Van GIGO naar LIFO

LIFO (Last In, First Out) hoeft voor veel werknemers in een sector waar ontslagen dreigen niet uitgelegd te worden. Die zijn trouwens ook bekend met FIFO ofwel First In, First Out. Maar LIFO of FIFO, daar gaan we het nu even niet over hebben. Wel over GIGO.
GIGO is een woordspeling op de term FIFO.

GIGO staat voor: Garbage in, garbage out… Een uitdrukking die wordt gebruikt om mensen er op te wijzen dat software en regelsystemen alleen maar zinnige informatie kunnen leveren wanneer zij met juiste informatie worden gevoed. Een computersysteem kan nog zo intelligent zijn, wanneer het met onjuiste gegevens wordt gevoed, zal het met zekerheid een onzinnig resultaat genereren. De uitdrukking wordt tegenwoordig ook veel gebruikt voor diverse niet-technische aangelegenheden. Zoals bijvoorbeeld bij beleidsbeslissingen die tot stand zijn gekomen op basis van onjuiste gegevens.

Toch nog maar even over FIFO en LIFO hebben?
Een belletje met de ‘KlantenService’ van het grootste vervoersbedrijf in Nederland. “Ja, u hebt gelijk. Zeven weken en drie weken geleden – staat hier in het systeem – heeft u ook al gebeld. De eerste keer is er iets mis gegaan. Dat zou na drie weken zijn opgelost. De tweede keer hebben we dat opnieuw ingevoerd en klaargezet. Dat is dus nog niet opgelost? Oh, dan is er weer iets verkeerd gegaan bij de IT! Ik heb het nu weer opnieuw klaargezet en uw abonnement staat over drie weken klaar om op de kaart te worden gezet. Hebt u verder nog vragen of kan ik u nog met iets anders helpen???”

)(&^$%@# - Nee, nu wordt-ie mooi…
Lieve/Beste KlantenServiceMedewerkster, FIFO snap ik, maar na zo lang wachten en jullie opeenstapeling van fouten wil ik LIFO!!
“Huh, hoe bedoel u..??” En na enige uitleg: “Ja, maar wij zetten het klaar en dan duurt het drie weken voordat de IT-afdeling het kan verwerken. Dat was een paar maanden geleden nog twee weken, maar voor de zekerheid zeggen we nu toch maar drie weken…”.
Aardig blijven… Beste KSM, GIGO denk ik… Is er GIGO-ruis in het klantcontactsysteem of tussen het klantcontactsysteem en de andere IT-toepassingen of zorgt het klantcontactsysteem voor GIGO naar de IT of hebben jullie last van IT-GIGO in het algemeen. Mag ik het ook nog even aan uw manager uitleggen??
Ik wil nu LIFO!!!
“Maar dat kan niet… (snik) …als ik het nu weer klaarzet, heeft de IT ongeveer vier – ik bedoel drie – weken nodig… Maar er is een opname van dit gesprek gemaakt en ik heb hier ook een klacht genoteerd… kan ik u verder nog met iets van dienst zijn…?”

Drie uur later: “you’ve got new mail”! Uw bestelling/abonnement staat klaar en kan op de kaart worden gezet…
Shoot – hadden ze daar toch last van GIGO? Of is er iemand met m’n klacht aan de wandel geweest?

dinsdag 27 maart 2012

Vijf tips voor het creëren van de perfecte tweet

Twitter is niet meer weg te denken uit de PR-wereld. Niet alleen de doelgroep van onze klanten heeft een Twitter-account, ook journalisten twitteren veelvuldig. Wereldwijd zijn er meer dan 100 miljoen actieve gebruikers. Een groot publiek om aan te spreken dus! Sinds de oprichting van Twitter in 2006 zijn er ontelbare artikelen geschreven over het fenomeen twitteren. Maar net als voor de andere sociale media geldt dat de ontwikkelingen elkaar snel opvolgen: nieuwe inzichten leiden tot nieuwe adviezen. Daarom een aantal tips voor het creëren van de perfecte tweet anno 2012 – gebaseerd op verschillende onderzoeksresultaten die we tegengekomen zijn en op onze eigen ervaringen.

1. Zorg voor waardevolle inhoud
Het allerbelangrijkste is dat je tweet waardevolle inhoud heeft. Let wel: waardevol voor je volgers. Zelf vind je het misschien erg fijn dat er vanavond pizza op het menu staat, maar dat interesseert je zakelijke contacten waarschijnlijk niets. (Ook bij Influx wordt er op ‘Unfollow’ geklikt als iemand enkel dit soort berichten de wereld instuurt.) Wat twitter je dan wel? Onderzoek toont aan dat nieuwsberichten het meest worden geretweet. Daarna volgen tweets die leerzaam zijn (‘how to…’), entertainment bieden (zoals grappige filmpjes) of meningen bevatten.

2. Maak ruimte voor retweets
In Twitters begindagen was het nog de beste tip: benut de 140 tekens die je mag gebruiken ten volste. Maar tegenwoordig weten we dat het beter is in ieder geval vier tekens over te laten. Waarom? Zo hebben je volgers de ruimte om je bericht te retweeten: één teken voor ‘@’, drie voor de letters ‘RT’ en de spatie. Wil je die volger de mogelijkheid geven zelf ook tekst toe te voegen aan de retweet (zoals: ‘eens’ of ‘leuk artikel’), dan laat je nog wat extra tekens onbenut.

3. Voeg hashtags toe
Een hashtag kun je zien als een label dat je aan je tweet hangt. #PR betekent dus dat je bericht over PR gaat. Iemand die geïnteresseerd is in PR en #PR intikt bij Twitters zoekfunctie krijgt meteen een complete lijst met tweets over dit onderwerp gepresenteerd. Zo komt je tweet ook terecht bij mensen die jou niet volgen. Bedenk dus op welke termen je doelgroep zou kunnen zoeken en voeg die woorden met een hashtag toe aan je tweet.

4. Neem eens een link op
Twitter kun je goed gebruiken om meer traffic naar je andere social-media-profielen of je website te genereren. Neem dus ook eens een link naar bijvoorbeeld een nieuwe blogpost of een interessante discussie op. (Maar niet te vaak: Twitter is een snel medium en doorklikken kost tijd. Dat zal dus niet iedereen bij iedere tweet in zijn timeline doen.) Is je link veel te lang voor een tweet? Twitter kan ‘m zelf inkorten, maar je kunt ook terecht op sites als bit.ly en tinyurl.com. De beste plek voor een link blijkt op ongeveer 25% van het begin van de tweet te zijn.

5. Dubbelcheck op taalfouten
En tot slot misschien een open deur: de perfecte tweet bevat geen taalfouten. Een tweet is snel gemaakt, een typefoutje dus ook. Lees je berichtje nog een keer kritisch na voordat je ‘m het web op gooit.

Heb jij nog andere tips of ideeën voor de perfecte tweet? Laat ze achter in de comments!

vrijdag 9 maart 2012

Verbeter uw slagkracht… met een communicatie-buddy!

Breed in het nieuws, via alle Nederlandse media, de uitkomst van het onderzoek 'Ctrl Alt Delete, productiviteitsverlies door ICT-problemen en ontoereikende digitale vaardigheden op het werk'. ‘De productiviteit van een werknemer daalt met 8 procent door onkunde of technische problemen met computers.’ Noem dan de jaarlijkse kosten van 19 miljard euro en… volop aandacht. En terecht!
Op dezelfde dag een mailing op het bureau waarin aandacht wordt gevraagd voor de commerciële slagkracht van een organisatie. Vooral gericht op de medewerkers van de commerciële binnendienst: de spil van het bedrijf – alles draait om de perfecte omgang met de klant. De vaardigheden – zoals correct zijn in zakelijke correspondentie - van de medewerkers zijn vaak minimaal.

Twee voorbeelden van ‘foutje, bedankt’, waarbij vooral opvalt dat er goed te scoren valt als het bedrag (19 miljard euro per jaar) maar hoog genoeg is. Maar ook, dat aandacht voor kennis en kunde GELD op kan leveren: schenk aandacht aan scholing en bijscholing; zorg dat vaardigheden op peil zijn; vuistregels voor efficiënt e-mailgebruik… Om er maar een paar te noemen.

Communicatiehulp
Net als voor ‘ICT-onkunde’ of ‘niet klantgericht denken’ kan dezelfde aandacht worden gericht op ‘communicatie’. Taal, taalgebruik, schrijven… Communiceren - zowel intern als extern – gebeurt regelmatig op een opvallend laag niveau. Binnen een organisatie kan dat tot misverstanden leiden, maar wat is het effect naar buiten? Stoort de ontvanger van een mailing zich aan ‘knoeperds’ van fouten? Worden afspraken goed geformuleerd en opgevolgd en kloppen de teksten binnen een offerte of brochure wel? Wat voor teksten staan er nu eigenlijk op de website en wat is het taalgebruik via de sociale media?

Wat taal, vorm en inhoud betreft kan een pr-bureau organisaties helpen. Als ‘buddy’ om medewerkers bewust te maken van taal en het juiste gebruik. Als tweede oog, meekijken of een tekst correct, duidelijk en effectief is en verbeteringen aanleveren. En, of klantgericht denken ook klantgericht DOEN is!

Naast het adviseren over en uitvoeren van communicatietaken voor organisaties kan Influx een bedrijf ook direct ondersteunen door mensen en/of afdelingen te trainen bij hun basiscommunicatie. Medewerkers moeten zich niet alleen bewust zijn van de effecten van hun communicatie, maar daarbij ook hulp kunnen inroepen. Wellicht is een ‘communicatie helpdesk’ wat overdreven, maar een buddy voor hulp bij de juiste tekst of een creatieve formulering?
Een communicatiebuddy om de (commerciële) slagkracht van een organisatie te verbeteren…

dinsdag 6 maart 2012

Online scannende lezer

Het mag dan veel van elkaar weg hebben, maar er bestaat er een wereld van verschil tussen online en offline schrijven. Het grootste verschil om rekening mee te houden bij online schrijven is dat de websitebezoeker een tekst niet echt leest, maar scant. Zo luidde één van de conclusies tijdens het webinar webschrijven dat werd georganiseerd door Eduvision opleidingen. Bij het schrijven van webteksten is het van groot belang aandacht te besteden aan de titel, kopjes en afbeeldingen; die vallen tenslotte het meeste op voor de scannende lezer. Ook is het goed om door middel van verschillende alinea’s zoveel mogelijk structuur aan te brengen op de pagina en natuurlijk vooral niet te veel tekst te plaatsen. Dit schrikt de bezoeker af en dat is wel het laatste dat een organisatie via de website wil bereiken. Houd altijd in gedachten dat internetbezoekers snel zijn: bevalt het niet, dan hebben ze met één klik op de knop de website weer verlaten.


Wat het scannende leesgedrag van een websitebezoeker nogmaals bevestigt, is dat uit meerdere onderzoeken blijkt dat de online lezer in een zogenoemd F-patroon leest. De aandacht wordt met name gericht op het bovenste deel en de linkerkant van de website. Dit in tegenstelling tot de offline lezer, die de tekst in een Z-patroon leest: eerst de informatie bovenaan, dan een snelle blik over de tekst en daarna de informatie die onderaan te lezen is. Bij online teksten is het dus belangrijk om de informatie die echt aan de lezer dient te worden overgebracht links bovenaan de website te plaatsen. Om de aandacht van deze scannende online lezer vast te houden is het dus ook van belang om gelijk ‘to the point’ te komen. De lezer moet gelijk kunnen zien: wat doet dit bedrijf, wat kunnen ze voor mij betekenen en waar kan ik ze bereiken?


De homepage van een goede website is net als de inleiding van een persbericht: trigger de lezer, maak hem nieuwsgierig, houd zijn aandacht vast en zorg ervoor dat hij geïnteresseerd is in jouw producten en/of diensten!

(afb. Eduvision)

dinsdag 21 februari 2012

Gobbledygook in persberichten


“[Company X] has remained faithful in its commitment to producing unparalleled entertainment experiences based on its rich legacy of quality creative content and exceptional storytelling. Today, [Company X] is divided into four major business segments. Each segment consists of integrated, well-connected businesses that operate in concert to maximize exposure and growth worldwide.”

Zeg eens eerlijk: leest deze tekst nu lekker weg? Valt hieruit op te maken wat Bedrijf X precies doet? Veel van deze woorden zijn wat Engelstaligen gobbledygook noemen: woorden die té veel gebruikt worden en (daardoor?) geen specifieke betekenis hebben. In een grootschalig onderzoek analyseerde de onlinemarketing-strateeg David Meerman Scott ruim 700.000 Amerikaanse persberichten en concludeerde dat PR-professionals er veelvuldig gebruik van maken. In Nederland kennen we het verschijnsel ook – er wordt zelfs jaarlijks een vaagtaal-verkiezing gehouden! Blijkbaar storen veel mensen zich aan inhoudsloze woorden. En ook journalisten lijken er een hekel aan te hebben. Zij ontvangen het liefst een neutraal, objectief persbericht. Maar dat kan best lastig zijn, want als bedrijf ben je natuurlijk wel trots op je product en wil je de hele wereld ervan overtuigen dat jij de beste bent.

Hoe kunnen we het gebruik van containerwoorden in persberichten dan vermijden? Het beste advies hiervoor is om je klant als uitgangspunt te nemen bij het schrijven, niet je product. De lezer wil weten welke problemen jouw product kan oplossen. Vage omschrijvingen, zoals in het voorbeeld hierboven, zullen dat niet duidelijk maken. Nog een aantal tips:

- Met Google Trends kun je nagaan op welke woorden veel gezocht wordt via Google. Zo kun je een aantal termen uit je tekst halen en die bij Google Trends invoeren. Krijg je weinig tot geen resultaten? Probeer dan een synoniem te vinden of kijk of je het woord weg kunt laten. Een voorbeeld: ‘unieke oplossing’ blijkt geen populaire zoekterm. Je kunt je dus afvragen of het zinvol is jouw product op deze manier te omschrijven.
- Als je het lastig vindt om je productomschrijving op papier te krijgen, dan zou free writing een goede techniek kunnen zijn. Schrijf eerst alles op wat in je opkomt. Lees niet meteen terug wat je geschreven hebt en corrigeer niets, maar maak er pas later goedlopende zinnen van. Grote kans dat het resultaat een tekst is zonder vage, inhoudsloze woorden.

Overigens is de bedrijfsbeschrijving hierboven geen fictief voorbeeld. Scott vond deze (inmiddels verouderde!) tekst op de website van de betreffende organisatie. Had jij kunnen raden dat Bedrijf X in werkelijkheid Disney is?


woensdag 15 februari 2012

Influx PR in het kort...

Influx PR onderscheidt zich door de goede relaties en frequente contacten met journalisten. Hierdoor zijn wij op de hoogte waarin zij geïnteresseerd zijn en kunnen we een koppeling maken tussen de expertise van organisaties en de pers. Dit doen wij door het opstellen en verspreiden van persberichten, evenals het initiëren en coördineren van bijvoorbeeld artikelen en interviews.

Influx PR profileert zich niet als puur verzendbureau voor persberichten, want PR is veel meer. Wij zetten ons in om voor onze klanten te bouwen aan sterke persrelaties. We kennen de markt, signaleren de mogelijkheden in de media en spreken de juiste taal. Naast het opbouwen van relaties met algemene en vakmedia kunnen wij tevens een sterke en doeltreffende aanwezigheid binnen Social Media (Twitter, Facebook) opbouwen.

De zorg voor inhoud van externe communicatie-uitingen, zoals klantcases, webteksten, brochures, nieuwsbrieven en handleidingen neemt Influx PR graag van u over.

woensdag 8 februari 2012

Ons Koekiemonster…



Vorige week was-ie er niet. Dat scheelde toch maar mooi zo’n vier tot acht koekjes en een paar chocolade-eitjes. Ja, bij ons staat er een schaaltje met koekjes op de tafel in de hal. Soms wat extra’s; zoals nu de vroege paaseitjes. Bij de koffie/thee wordt er wat van dat schaaltje gepakt en soms – als je er toevallig langsloopt – een extra versnapering.


Vorige week wat minder. Onze trouwe postbezorger bleek vervangen door een andere. Die laatste deed de kaarten, brieven en magazines in de buitenbus naast de deur maar het reguliere Post.NL-exemplaar komt altijd via de deur naar binnen en geeft de post af onder het mom van “dan hoeven jullie niet naar buiten…”.
Na dat drie dagen te hebben gedaan, kwam de werkelijke reden van z’n trouwe bezoek: “Zie dat er koekjes staan, mag ik er eentje?”
Tuurlijk zeg je dan ja en daarmee is een traditie geboren…

Alsjeblieft, de post. - ’t Is koud buiten. – Tot morgen! – O ja, mag ik een koekje?”
Onbespied (denkt-ie) pakt hij, na een bevestigend antwoord, zijn lekkernij: een midi-stroopwafeltje… en als hij denkt dat niemand ’t ziet ook nog een koffiekoekje… en toen die vroeggeboren eitjes in glinsterende papiertjes in een mandje lagen te glimmen: twee verschillende kleuren extra voeding voor de bezorger op de fiets…


Deze week is-ie er weer. “Gelukkig wel”, zegt hij. “Ik moest nog vakantiedagen opmaken - O ja, mag ik een koekje?”
Het mandje met nog een paar geselecteerde eitjes was net voor zijn binnenkomst naar een andere plek gered. De koekjesschaal niet bijgevuld met midi-stroopwafeltjes. Keuze was dus beperkt tot de minst aantrekkelijke. Dan maar vier, dacht-ie dit keer, want het is koud buiten. En ook ons Koekiemonster moet zich daar tegen wapenen!